Houdoe & Bedankt Indonesië (Sampai jumpa nanti & terima kasih banjak Indonesia)

19 september 2017 - Komodo National Park, Indonesië

Terwijl we deze blog aan het schrijven zijn hangen we ergens in de lucht boven Indonesië voor onze laatste binnenlandse vlucht naar Bali, waarvandaan we morgen naar Perth zullen vliegen!

Indonesië zit er helaas op. Wat hebben wij ontzettend genoten van dit land! Niet alleen van de adembenemend mooie natuur, maar ook van de altijd goedlachse en vriendelijke Indonesiërs! Zo ook gedurende de laatste 3 weken in Sulawesi. In de ruige binnenlanden van Sulawesi hebben we genoten van voornamelijk twee volkeren; de Toraja`s en de Minhasa`s. Oervolk dat zo`n beetje alles eet dat leeft en niet bang is om de handen vuil te maken. Maar altijd kun je een vriendelijke lach verwachten als je ze begroet, ook al zijn ze ondertussen met blote handen een hond aan het slachten! Sulawesi was voor ons de kers op de taart wat betreft Indonesië, met daarin een ultieme ontsnapping naar de wonderschone Togian Islands. Die 3 weken die we hadden gepland, hadden we echt wel nodig. Veel uren waren we kwijt aan vervoer met bus, boot, vliegtuig en tuk tuk, maar het was het helemaal waard!

TANA TORAJA:

Vanuit het vliegtuig startte we onze reis in Makassar, vanwaar we een nachtbus naar ‘Tana Toraja’ hebben geregeld voor een 9 uur durende rit. Tana Toraja is een provincie in zuid-Sulawesi en hier zijn we 4 dagen met een gids, onze Hendrik, op pad geweest om dit gebied te ontdekken. We hebben de bijzondere cultuur mogen aanschouwen die geheel in het teken staat van de dood. Het hoogtepunt in het leven van een Toraja is zijn of haar begrafenis. Een begrafenis die vaak maandenlang met familie en omwonende wordt voorbereidt. In de maanden voor de begrafenis wordt het lichaam gemummificeerd en in de slaapkamer van het huis bewaard tot de begrafenisceremonie plaats kan vinden. Dat betekent dus dat je familie maanden, soms jaren lang slaapt naast het lichaam van de overledene. De overledene mag overigens voordat de ceremonie heeft plaatsgevonden nog niet ‘dood’ genoemd worden, maar ‘ziek’ en deze wordt zo nu en dan ook voorzien van nieuwe kledij of af en toe een sigaretje. Het belangrijkste van de begrafenisceremonies is het offeren van buffels en varkens. Volgens de traditie helpt de ziel van met name een buffel de ziel van de overledene een goede plek te vinden in het paradijs boven ons. Hoe meer dieren er dus geofferd worden, des te beter. Het maximum is maar liefst 24 buffels! Daarbij is het nóg beter om een albino-buffel te offeren. Die zijn hier dus extra speciaal en extra duur. Op de markt hebben we albino`s gezien die omgerekend 50.000 euro moeten opleveren. Dat offeren brengt dus heel wat kostten met zich mee. Vandaar dat de Toraja-families hier hun hele leven voor sparen. Wanneer een baby overlijdt gaat het er iets anders aan toe. Er wordt dan namelijk een gat gemaakt in een boom en daar stopt men het babylijkje in. Ze stoppen het dicht met bladeren en geloven dan dat de ziel van de baby mee groeit met de boom en zo in het paradijs komt. Een prachtige gedachte, maar toch wel akelig om naast zo’n boom te staan. De Toraja cultuur heeft nog veel en veel meer bijzonderheden, maar dat zijn er eigenlijk te veel om op te noemen.

Ook wij hebben meerdere ceremonies mogen bijwonen, waarbij er bij eentje maar liefst 12 buffels werden geslacht. De ceremonie mond dus uit in een groot bloedblad, waarna jonge mannen met hakbijlen en machetes het veld bestormen om de buffels in stukken te hakken. Kinderen lopen er vrolijk tussen door en spelen met de dode buffels. De zielen van de buffels helpen de overledene naar de hemel, de huiden worden verkocht en het vlees wordt verdeeld onder de gasten. Zo liepen ook wij na een ceremonie naar buiten met een holle bamboestam vol met vlees. Hoe gewoon de ceremonies zijn voor de Toraja`s, zo indrukwekkend waren ze voor ons. Hoe heftig de ceremonies voor ons ook waren om te zien, we kunnen de tradities wel respecteren, het is tenslotte hun cultuur en 100% van de buffels of varkens krijgt uiteindelijk een bestemming. Als wij in Europa er heilig van overtuigd waren dat we met het slachten van wat buffels een mooi leven na de dood krijgen zouden we het ook doen! Best wel apart dat je een begrafenis ceremonie van een vreemde bij woont. De Toraja`s waren echter altijd super blij met onze komst. We kregen dan altijd de beste plekjes voor de ceremonie, we kregen als eerste eten en moesten bij de naastte familie gaan zitten. Voor hen was het een hele eer ons als gasten te ontvangen op hun begrafenis. Gek, want wij voelde ons juist pottenkijkers en voor ons was het juist een eer dat we erbij móchten zijn.

Iedere familie heeft daarom wel een of meerdere buffels rond lopen, of ze nu veel of weinig ruimte ervoor hebben. Mochten ze wat meer buffels in willen slaan dan is daar een veemarkt voor. Ook wij hebben de markt bezocht en wat was deze toch groot. We overdrijven niet als we daar duizenden buffels en varkens gezien hebben! Van heinde en verre komen en gaan de beesten. Helaas worden ze er niet zo  goed behandeld. Vooral de varkens, die vastgebonden liggen op een plankje, hebben het zwaar te verduren. Voor ons behoorlijk heftig om te zien. Naast het kopen van beesten kun je op de markt ook ‘gokken’ tijdens hanengevechten waarbij mensen geld in leggen voor de haan die de strijd overleeft. De hanen gaan vervolgens de strijd met elkaar aan met messen op hun poten. Na afloop van een bezoekje aan de markt kun je bij een van de vele restaurantje de maaltijd van dag krijgen; Hond gedrenkt in pittige chili saus. Ook wij hebben een keer hond geprobeerd en we moeten eerlijk zeggen dat het best goed smaakte. Het is wel een raar idee omdat het bij ons een huisdier is, maar we passen ons aan aan de cultuur.

Wat je nog meer kunt doen in Tana Toraja is vooral graven bezoeken, gemummificeerde mensen bekijken, door grotten vol mensenbotten wandelen of bomen bekijken waar dode baby`s in bewaard worden. Dit klinkt allemaal best wel cru. Maar alles heeft een reden en er zit vaak een prachtige gedachte achter, wat deze cultuur ontzettend bijzonder maakt. Ook de huizen van de Toraja’s zijn noemenswaardig. Die zijn namelijk gemaakt in de vorm van boten, prachtig om te zien! En dat zonder ook maar één spijker te gebruiken! De Toraja`s leven echt nog volgens de oude tradities, iets wat je niet meer op veel plekken in de wereld tegenkomt. Wij kunnen alle indrukken een goede plek geven en vonden het vooral bijzondere en indrukwekkende dagen! (Let er op dat de foto`s misschien wat heftig zijn om te zien)

TOGIAN ISLANDS:

De volgende bestemming zijn de ‘Togian Islands’. Een archipel in Sulawesi die ontzettend moeilijk te bereiken is, maar ook weer ontzettend mooi is! Echter hadden we deze eilandengroep niet in ons reisschema opgenomen. Iemand heeft ons weten te overtuigen dat we hier toch echt wel tijd voor moeten maken. Die iemand was Mati uit België, een backpacker die we al ontmoet hadden in Kuala Lumpur. Mati had 2 jaar door Indonesië gereisd en op de vraag wat voor hem het mooiste plekje in Indonesië was, antwoorde hij: “Kadidiri”. Hij ging helemaal op in zijn verhaal en overtuigde ons met zijn enthousiasme om ook de tocht naar Kadidiri te wagen. Kadidiri is weer een eiland dat in de archipel ‘Togian Islands’ ligt. Mati schreef voor ons op een papiertje hoe we er zouden komen en naar welke personen we moesten vragen onderweg om uiteindelijk bij een homestay uit te komen waarvan de eigenaar ‘Aka’ heet. Zonder foto’s en zonder verdere informatie dan wat we van Mati gehoord hebben begonnen we aan de lange tocht.

De eerste etappe was dus al de busrit naar Tana Toraja die 9 uur in beslag nam. De tweede etappe bleek er eentje van de zwaarste categorie te zijn. Een busrit van ‘Tana Toraja’ naar ‘Tentena’ door de bergen van Sulawesi. De afstand was slechts 200 kilometer, maar het kostte ons 15 uur! Dat zegt waarschijnlijk al genoeg over de staat van de weg. In Tentena besloten we een dagje te blijven omdat we hoorden over prachtige watervallen en een mooi meer. Dat bleek een goede beslissing want de omgeving van Tentena was prachtig! De dag erop stond de volgende etappe op de planning: Om 06:00 uur reden we weg voor een 6 uur durende rit met een auto naar Ampana. In Ampana regelde we een vissersbootje die ons in zo`n 4 uur naar het meest zuidelijke eiland van de ‘Togians’ bracht. Hier was de opdracht om te achterhalen wie, wat of waar ‘Aka’ (de naam die we van Mati hadden gekregen) was en hoe we bij hem konden komen. Dit bleek echter niet zo moeilijk te zijn omdat iedereen hier Aka kent. De volgende morgen vonden we weer een vissersbootje die ons naar Aka kon brengen en 2,5 uur verder kwamen we dan eindelijk aan op ons beloofde paradijsje.

En een paradijsje was het zeker! Uiteindelijk zijn we 5 nachten op Kadidiri gebleven en hebben we het ontzettend naar ons zin gehad! We hebben het super gezellig gehad met de locals van het eiland, die ook heel blij waren met onze komst, maar ook met 2 Engelse, 2 Spaanse en 2 Tsjechen die het paradijsje ook gevonden hadden. De hangmat hadden we weer opgehangen en Dirk-Jan heeft zelfs een keer een boek gelezen! Het eiland werd omringd door parelwitte stranden, prachtige koraalriffen en ontelbaar veel kleurrijke vissen. De zee rondom de eilanden behoort tot de meest heldere wateren ter wereld, je kon echt super ver kijken onderwater en we konden het ook lekker lang uit houden, aangezien de temperatuur van het water 30 graden was! Op deze mooie plek hebben we vele prachtige duiken gemaakt en uiteindelijk ook ons duikbrevet gehaald! Op het menu stond iedere avond vers gevangen vis. Nadat we gezellig met zijn allen gegeten hadden schoven we ’s avonds meestal door naar het kampvuur naast het strand. Onder het genot van een biertje of lokale arak genoten we van de sterrenhemel en zongen we liedjes terwijl de eigenaren gitaar speelden. Vaak tot in de late uurtjes, waarna we in onze klamboe kropen in ons houten hutje. Wat wil je nou nog meer? Er was echter een klein nadeel… ‘s Nachts merkten we namelijk ratten op in ons hutje… We hoorden ze heel de nacht over en weer lopen en overal knagen. De volgende dag vroegen we of ze eventueel wat gif hadden, maar de locals hadden een veel betere oplossing. Even later kwamen ze terug met twee katten… de katten gingen de hut in en de deur ging dicht. Even om het contrast aan te geven: in Nederland zou je onmiddellijk een nieuwe hotelkamer krijgen, je geld terug en een drankje van het huis, maar hier krijg je een kat op je kamer die de boel onder piest en met zijn vlooienvacht in je bed gaat liggen. Daar waren we niet zo blij mee! Ze vonden het zelf echter een heel goed idee en ze stonden er op, dus snel onze spullen in de tas gepropt en het bed beveiligd met de klamboe, kat er in en deur dicht… De kat begon natuurlijk meteen te miauwen en de gordijnen gingen al heen en weer. We hielden ons hart vast… Toen we een uur later de deur open deden kwam de kat verbazingwekkend rustig de kamer uitgelopen, met ogenschijnlijk ook een volle buik! Het was wel effectief want de daaropvolgende nachten hebben we geen ratten meer gezien! Kun je je voorstelen dat ze met een kat aankomen in een hotel in Nederland? We konden er wel mee lachen en gelukkig hadden de katten niet onze spullen of het bed onder gepiest. Dus Mati, bedankt voor de tip! Want we hadden dit plekje voor geen goud willen missen. Na 5 nachten konden we dit paradijsje maar moeilijk verlaten. Eigenlijk hebben we alweer een beetje heimwee naar het eiland en de homestay van de vriendelijke familie van Aka. We hebben weer veel mooie herinneringen opgedaan en zijn zeker een avontuur rijker!

NOORD-SULAWESI (MINHASA LAND):

Vanuit het zuiden waren we aangekomen, maar we zetten onze reis voort naar het noorden. Hiervoor brengt Aka ons met een klein bootje naar het volgende eiland Wakai. Daar aangekomen konden we een boot pakken die s` middags vertrok en de volgende ochtend aan zou komen in Gorontalo, wat weer tot het vaste land van noord-Sulawesi behoort. Het plan was om op het dek te slapen, maar dat plan viel in het water aangezien er de hele nacht regen en onweer was. Plan B was ergens onderin de boot slapen, dicht bij de motoren, dus slapen kwam er niet echt van. Vanaf Gorontalo zouden we weer een bus pakken die 15 uur onderweg zou zijn naar Manado, maar er bleek ook een vliegtuig vanaf Gorontalo te vliegen die we uiteindelijk gepakt hebben. Onze volgende bestemming was weer een eilandengroep, ditmaal de ‘Bunaken’ die bekend staan als een van de mooiste duikplekken ter wereld. Vanaf Manado hebben we weer een boot gepakt die ons naar de eilandengroep gebracht heeft. Pfff, wat een gereis allemaal! We moeten er wel wat voor over hebben maar zo komen we ook op de mooiste of meest bijzondere plekjes op aarde!

In de ‘Bunaken’ hebben we veel gesnorkeld en gedoken. We hebben weer overnacht in een homestay aan een strandje genaamd ‘turtle paradise’. Als we vanaf onze homestay het water in liepen zwommen we samen met tientallen schildpaden, duizenden anderen vissen en o.a. murene, rif haaien, napoleons, roggen, bumpheads en nemo`s. Na de Bunaken hadden we nog 3 dagen over om per scooter een mooie tour te maken. Het meest indrukwekkende hiervan was misschien wel de ‘Extreem Market’ in Tomohon. De naam doet al iets vermoeden, want het was inderdaad redelijk ‘extreem’. De markt was groot, er waren ontzettend veel mensen en marktkramen bestonden naast groente en allerlei soorten vis ook uit o.a. apen, honden, spinnen, slangen, ratten, katten, vleermuizen, varkens, koeien en kippen. Men kan hier een dier naar keuze aanwijzen en deze wordt dan ter plekke geslacht. De markt heeft de uitstraling van een slachtveld met overal bloedplassen, afgehakte koppen en overgebleven organen die in het rondslingeren. Tussendoor rijden honderden Aziaten met stinkende brommertjes en op de achtergrond spelen kinderen met een dode slang. Kortom, voor ons een compleet andere wereld, maar wel een hele bijzondere.

Zo langzaam aan komt ons Azië avontuur voorlopig ten einde. Maar zoals we al onze tijd benutten hebben we op de dag van onze vlucht nog een trekking weten te maken door de jungle van ‘Tangkoko National Park’. Hiervoor zijn we om 04:00 uur s `morgens gestart met lopen tot 10:30 uur. Toch een flinke wandeltocht van 6,5 uur zo in de vroege morgen. De jungle was prachtig met bomen van wel meer dan 300 jaar oud en daarnaast hebben we ook heel wat wildlife kunnen spotten: Groepen zwarte apen, grote spinnen, de cuscus, de tarsius, een kingfisher en een toekan.

We verruilen Azië voor weer een nieuw continent… Australië! We gaan ons opmaken voor een flinke Roadtrip waar we zo`n 2,5 maand over denken te doen. Langer of korter mag ook, want we hebben verder nog niets geboekt. De beoogde route zal zijn: Perth – Broome – Darwin – Alice Springs – Uluru – Adelaide – Melbourne – Sydney – Brisbane – Cairns. Op naar het volgende avontuur! 

Foto’s

2 Reacties

  1. Anouk en Twan:
    20 september 2017
    Wauw wat een geweldig verhaal weer om te lezen. Wat een avonturen. Geniet ervan lieve schatten. Op naar Australië!
    Liefs x
  2. Paul:
    21 september 2017
    WAT een avonturen, het lijkt wel drie op reis of Floortje de wereld rond, maar dan mijn Joyceje en DJ.